wat zegt ge?


M: Ik heb Jan uitgelegd wat sarcasme is.
Ik: Wat hebt ge dan gezegd?
M: Dat ge dan het omgekeerde zegt van wat ge bedoelt. En toen zie hij tegen mij: gij zijt lelijk.

J: Ik ben een olifant met een snuver.

K rolt een bal: Kijk mama, ik heb de hond geleerd om de bal te pakken. Hij brengt hem alleen nie terug.

Ik: Maya, waarom laat ge uw haren ineens altijd los hangen?
M: Jongens vinden losse haren mooi.
Ik: Hoe weet ge da???
M: De joepie.

F bekijkt mij van top tot teen: Vinden grote mensen het eigenlijk nog belangrijk om cool te zijn?
J zit in bad in een opblaasboot: mijn boot vaart niet, ik heeft een varenlepel nodig.
J speelt met het keukentje.
J: Ik ben de koek.
Ik: nee, ik ben de KOK.
...
J: ok, jou is de koek.

In een opstel voor school: Polen heeft niet de Euro allowel het bij de EU hoort.

Sms vanuit Parijs: Vandaag zijn we naar het santre pom pie doe geweest!

J tegen een mama die opstaat uit de zetel: Jij hebt toch een dikke poep, nè neè neè!

K luistert naar Rammstein: Duits da is eigenlijk gelijk Hassels, maar dan met een ander accent.

J (neemt het kleurpotlood af waarmee ik op haar blad iets teken): Ik ga die helemaal afnemen van jou,oké.

J: Joepie, ik ga naar boerderij kindjes! Juno gaat lampjes aaien.

K tegen een computer-spelende zus: Weet ge wel wat logisch betekent? Slim nadenken!

J: Jij bent de boos en ik kapje.

K in de auto: Mama, kunt ge aub stoppen met meezingen!
....
K: Neen mama, fluiten kunt ge ook nie.

J: Ik nie kakken, hè? En ook nie piepen.

F op gmail en wanhopig: Hoe schrijft ge Noor?
Ik: N-o-o-r
F: Dat deed ik en die zegt da da fout is!
F: Hoe schrijft ge toppie?
Ik: t-o-p-p-i-e
F: Dat deed ik en die zegt weer met zo'n rood lijntje dat het fout is!!!!
Ik: Och Finneke ge moet u daar niks van aantrekken, die computer weet niet hoe hij die woorden moet schrijven.
F: JA MAAR IK OOK NIE Hè!!!

Ik tegen M: Hei kind.
M: Hei heks.

J: Mama, moet wenen!
Ik ween alsof.
J aait me: OOOh, lief mamakke, jij verdrieterig?

Ik (mij bedenkende na een telefoontje van mijn moeder): Juke, we gaan nie naar de kinderboerderij, we gaan naar opa en oma.
J(is assertief en kan opsommen): Nuno, wil nie naaruh oma opa. Nuno wil naar boerderij kindjes. Nuno kijku naaruh nijntje, ennu varkje, ennu kallekloen, ennu cavia, ennu witte paardje ennu ......

M (over de nieuw-uitgeprobeerde tartiflet met gerookte zalm): Eten we pizza Hawai zonder bodem of wa?!?
F: Bah! (over datzelfde gerecht)
Ik; Wat vind ge nie lekker?
F: Er zit nog schil aan die aardappels.
Ik: Zeg da proeft ge toch nie!
F: Aardappelschil is wel licht-giftig, hoor!
J: burk (=kokhals) (ook over datzelfde gerecht)

F: Mijne douche was echt lauw! En nie aan de warme kant van lauw, maar aan de koude kant.

F: Als ik later dood ben, wil ik in brand gestoken worden.

F: Waar is papa eigenlijk?
Ik: Die moest naar een feestje.
F: Zeg, wa is da eigenlijk met papa en al die feestjes?!

Mama is een avondje uit.
J: nuno gemist mama.

We rijden naast het kanaal.
J: Kijk mama, (g)rote bad!

J: Nuno wil tekenen? Waaruh potkleuren?

Ik: Flink hoor! Je hebt je mondje flink leeggegeten. Nu krijg je een snoepje.
J neemt het snoepje aan, knabbelt erop, slikt het in en toont haar lege mond.
J: Nuno flink mondje leeg!
En ze wandelt naar de snoepkast.

J onderhandelt met haar broer.
J: Ik pop, dan jij emmer?

M komt terug van de wc.
J doet aan social talk: En M goed gepiest?

Ik: was Milan ook op het feestje?
K: Nee die is ziek. Hij heeft overgegeven tijdens zedenleer. Spekjes met een soort groenten en veel water.

K: Ik kan maar niet winnen van papa!
Ik: Als ge 16 zijt kunt ge wraak nemen.
K: Ja duh, dan is hij al een opaatje

K: Weet ge wat ik het allerstomste van mijn lichaam vind? Van alle delen?
M: buh.
K: Mijn neus want daar komt snot uit.
M: Ik vind een neus eigenlijk wel handig. Kunt ge mee ademen.

F: Is sex leuk?
Ik: Ja, als ge dat met de juiste doet wel.
F: Kan mij toch nie voorstellen dat dat leuk is als een jongen zijn ding in u propt!

F: Wat voor viezernij hebt gij weer gemaakt!

F: Als ik later groot ben wil ik ook eens meedoen met expeditie robinson.
Ik: Amai.
F: Dan ga ik wel eerst leren bananen eten.

J laat een boer.
Ik: "Wat zeg je dan?"
J: dankuwel

J leert categoriseren: "Hondje eeft (s)taartje, ennu nijn eeft taartje ennu poes eeft taartje.".... "Nuno niete taartje"

J is streng: "toute Maya, jou inne hoek!" "Mage nie nuno pijn doen!"
J lacht nep: "Nuno trappig!

J: Nuno noepetje hebbu.
Ik: eentje hè
J: en dan is henoeg, hè.
...
J: Nuno nog noepetje hebben. Eentje hè.

K ruimt een krant op: "Mamaaa, waar moet het nieuws leggen?"

K: Homo zijn is helemaal nie erg want da betekent mens int latijns.

Ik: Wast leuk?
K: Tuideindelijk wel.

J: Paaapaaaaa, wakker wormen!!

J: Kip eitje inne poep steken! (Waar komt het eitje vandaan?)

In de zoekgeschiedenis van de I-phone: PEIMEL.

J (5000 keer per dag): Nuno moetetje(=snoepje)??

Ik: Kaantje waarom zit gij hier op de grond, als ik vragenmag?
K: Ge moogt het nie vragen.

F: Hei kijk mama, die auto staat in kom.
ik: hè....... in pan bedoelt ge.
F: Pf, ge kunt toch in allebei koken.

Ik: oei Juno, gij kost 15 euro (er hangt een prijsstikkertje op hare rug) dat vind ik wel veel voor zo'n zeurpiet. Ik hou mij 15 euro liever zelf dan!
M: Kunt ge der nieuwe benen mee kopen!

K: Het was leuk om tikkertje met u te spelen vandaag. Ik wist niet dat gij nog kon lopen!

K (is politiek correct): Hei onze postbode is een neger! Oeps, ik bedoel ne bruine.

J (houdt van grapjes): Nuno slapen............niet.
J: Nuno eten lekker................niet.

Ik: Wilt ge TV kijken?
J (maakt van elke vraag een voorstel): Ok
Ik: Wilt ge iets drinken?
J: ok

M: Uw haar ligt zo plat.
Ik: ik heb conditioner gebruikt.
M (klopt moederlijk op mijn schouder): Nie meer doen.

F: Zijn de strikjes op mijn rok zwart?
M: Ja
F: Maar als ge echt diep kijkt dan zijn ze precies groen!
M: Joeng, dan moet ge niet diep kijken hè.

K: Dit was het lekkerste ontbijt van alle avonden ooit!

K: Hei mama, kijk eens wat een mooi jezus-huisje daar staat! (lees: kapelleke)

M: Kom Finn nu gaan we het naturel zingen!
F: Hoe bedoelt ge?
M: Niet meer alsof meezingen, maar gewoon zelf.

F in de dierenwinkel: Als ik later groot ben dan koop ik alles in deze winkel!
Ik: Hoe gaat ge dat betalen?
F: Gewoon, trouwen met een dokter.

J: Woehoe (als een echte bomma, van laag naar hoog) knijn, nuno njamnjam.

K (lichtjes geobsedeerd): Juke zeg eens skai-len-dur.
J: skaledr!

J: Kijk mama nuno mooi!

F tegen papa: Kijk wat ik geschelderd heb!
K: Ik ga da ook schelderen.
papa: Het is wel schilderen.
F: Weten we.
papa: waarom zegt ge het dan fout?
F: Omdat dat leuk is, hè Kaan.
K: yep.

M tegen haar zus: Finn, focussen aub.

Ik: Amai Finn, een slang als knuffel. ik had eerder een konijn of een beertje verwacht.
F: Een slang is stoerder want ik ga later punk worden.

J ('s avonds in haar bed, na twee dagen zonder mama): mama mooi. (smelt)

K: Hei Juke, wat zegt uw poep?
J: Prt!


J benoemt de meeste diertjes door middel van het geluid dat ze maken en kan dit (dankzij intensieve training door zussen broers) ook met bv. een vogelbekdier.

J brult tegen iedereen die weggaat of waarvan zij weggaat: "DAAAADAAAAAA!!!!!!"

J (17 maand) zegt poesssss, popa en moma, opetand (olifant), maya, kaane en binne (finn), cavia, nonijn, mijne (op z'n antwaarps) en doedoe kaan (tegen alles wat niet leuk is), bad (tegen alles waar water in zit), pup (poep), Ballo (bal), ...

J (11 maand) gooit beren en poppen expres op de grond, zegt dan "wèwè" in hun plaats en troost ze met een knuffel en een klopje op de rug.

Ik: Finn, wat wilt ge bij uw spiegelei?
F: Ik wil legerboterhammen!

Ik (plagend): Ik zeg da tegen uw juf hoor Finn en dan moet ge op straf!
F: Ik zeg het tegen uw mama en dan krijgt gij poepenklets. En dat is niet moeilijk bij u! Hihihi
M: één nul voor Finn, hoor mama!

Maya: Ik ben zooooo blij met mijn nieuwe Star wars!!!! (denk: Amerikaanse schoen, ster opzij, felle kleuren,...)

Ik: Ik zag vandaag een heel erg filmpje. Het ging over alle gemene dingen die mensen met dieren doen.
F: Wat zoal?
Ik: Sommige zijn zo erg dat ik ze liever niet vertel, maar je zag bv. hoe dat koeien bij elkaar gepropt worden. Ze hadden geen plaats, geen leuk leven voor zo'n beest.
F (denkt na): Ja, want papier DAT prop je in een vuilbak, maar een dier dat leeft dat mag je gewoon niet proppen!

M: Hei mama, als die hele vastgoeddinges gedaan is; zullen we dan op donderdag veggie blijven eten?? (lees: vasten)

F: OOOOh mama, lies, heeft een hondje. Een heel schattige Bulldog!
Ik: Iew, da vind ik lelijke honden.
F: Ja maar schoonheid daar gaat het bij een hond toch niet om. Papa had u toch ook niet gekozen als het daar om ging.


F: Hier seh papa, doet gij maar efkes een dutje. En mama mag seffes ook, maar die moet eerst eten maken.

F: Ik rij elke morgen met de bus langs een begrafenisplek.

K: Hei papa is thuis!
M: Hei papa, wij hebben al gegeten en het was ranzig.

K: Mama, ik wil geen zelfmoord meer plegen! Ik wil knexbouwer worden als ik groot ben.

F: Neeje, da's meer iets voor oude damekes zoals mama en oma.

F: Ma, juke toch de snot hangt tot aan uw oren. En da bedoel ik letterlijk.

K (net 7 j.): Ik had deze nacht weer dezelfde nachtmerrie als toen ik jong was.

K: School is stom.
M: De kindjes in Congo zouden blij zijn als ze naar school zouden kunnen gaan.
K: Dan moeten die maar naar hier komen!

K: Weet ge mama, Niels krijgt volgende week een beugel.
Ik: Waarom heeft hij een beugel nodig?
K: Zeg, ik ben gene tandarts, hè!

Ik: Hei Maya, ge zijt echt een mooi meisje.
M: Hoezo?
Ik: Ge hebt mooi haar, een mooi gezicht, een mooi lijf.
M: Ja, hè (en ze gooit haar mooie lokken achter haar schouder)

M "speelt" gitaar: Hei, geeft ge mij die plekdrum eens.

F (ziet een man met een pop op zijn knie): Hei die man spreekt buik.

K: Weet ge hoe de mensen die de "g" nie kunnen, "belachelijk" zeggen?

K: Kijk mama, ik heb een haai overgetekend!
Ik: Amai, die lijkt er als twee druppels water op.
K (verontwaardigd): Als vijf druppels bedoelt ge zeker.

F: Papa, ge ziet er raar uit in die jas (geklede jas)!
Papa: Waarom?
F: Ja, zo'n stoere bink en dan hebt ge ne jas aan voor ne meneer met een bril.

F: Iedereen op school kwam vandaag vragen of die grote man die mij afzette papa was.
Ik: Hoezo?
F: Ze vonden die precies wel stoer. Maar ja hij had ook weer een boze wenkbrauw.

F: Mama, is het waar dat we morgen naar oma en opa gaan? Of zijn dat gewoon geruchten die ik gehoord heb?

Ik: Hoe is de familienaam van onze koning?
Finn: euhm, Van Hanzen kontburger.

K: (geïrriteerd) Ik heb altijd een harde piemel als ik wakker word.
Papa: Da's normaal jongen, da noemen ze een ochtenderectie.
K; Wat betekent da: erectie?
Papa: Recht staan.
F (staat op van haar stoel): Dus ik erectie nu.
Papa:......

K: Welk sterrenbeeld heb ik weer?
Ik: Steenbok
Maya: Ha en ik ben een stier en papa ook.
Finn: ik ben hetzelfde als Kaan.
Ik: En welk sterrenbeeld heb ik?
Maya: Een wijf!

F: "Da's wel erg voor uw rechterhand!"
"Die moet altijd al het werk doen."
"En als ge die dan mooi wilt maken met nagellak, dan lukt da nie!"

Op Tv zegt personage 1: OoH dat is net zoal Romeo en Julia!
personage 2: Ja, behalve dan dat die sterven.
F (weer een illusie minder): OCH GIJ, GAAN ROMEO EN JULIA DOOD OF WA!!!!

K: Kijk mama, ik heb voetbalsokken van Richting Genk aan.

F (na een weekendje logeren bij oma) Amai, mama gij zijt precies verdunnerd.

K: Wauw, dat is zo gloed als nieuw!

Ik: Kaantje, pas eens op met die scherpe stok.
M: Ja, want als ge daar mee steekt is mama misschien dood.
Ze bekijkt mij.
M: Alhoewel, eer die door al da vet is..... Grapje hoor.

K (zeer plechtig): Mama, ik zou u niet willen ruilen voor 3 zakken snoep.

M: Mama doet gij mijn deurdijn dicht? (nieuw huis= geen deuren, gordijnen)

F speelt met playmobil: De galloptocht komt eraan!
M: Fihinn, het is optocht!
F: Weet ik, maar in deze doen paarden mee.

F: Neeje, ik ben niet verliefd op die. Ik vond gewoon dat die een mooi kapsel aanhad!

Maya gebruikt spreekwoorden 2: Juno vindt het filmpke mooi precies. Gij zijt echt uit volle borst aant kijken, hè Juno.

Maya gebruikt spreekwoorden 1: En die stond dus echt aan de grond gehamerd!

Ik: Finneke geeft ge het slipmatje voor de zetel eens,
Finn: Is da zodat ge niet uitglijdt in de zetel? (is voor onder de zetel zodat die niet verschuift)

F speelt de gemenerik: En dan sla ik op zijn bakjes! En dan soms krijg ik een bakje terug!

K: Het was ne stomme dag vandaag!
Ik: waarom?
K: Stijn was boos op ons.
Ik: waarom?
K: Omdat David stom tegen hem deed.
Ik: Waarom is Stijn dan ook boos op de rest?
K: Weet ik veel, 't is zijn woede, hè.

F doet ne "komen eten": Mama, ik ben tevreden over het eten vandaag, alleen de patatjes hadden anders gemogen.

F: Oké, ik snap het al!
Ik: Echt waar?
F: Neeje, ik zei het met konijnenoortjes.
(en ze maakt aanhaaltekens in de lucht)

F: Ge weet het hè. Als ik dood ben dan wil ik in het vuur en dan op een wei gestrooid. Niet in een kist!
Ik: Waarom nie?
F: Dan kijkt iedereen zo naar die steen.
Ik: En dan?
F: Dan schaam ik mij!

K kijkt naar een filmpje waarin heel veel bomen worden omgehakt.
K: Waarom hebben die zoveel wc-papier nodig?
(Ik denk dat we bij overmatige wc-papierverbruik, iets te vaak zeggen:"allez da's weer ne hele boom door de wc)

K: hei mama, waarom hebt ge uwe pyjama nog aan?
(Ik heb mijn nieuwe blouse aan)

We zitten in de lunchgarden.
M zit naast mij.
Ze bekijkt me de hele tijd, ik voel haar blik prikken.
Ik: Wat is er maya?
M: Ge hebt een snorreke! (lacht en eet verder)
Ik bloos en heb geen honger meer.

F (8 jaar en sinds een half jaar het lief van S): Ik hou niet van stoere en coole jongens, ik heb liever jongens die over hun gedachten praten. Of nee over hun gevoelens!

Bij de dokter.
K wijst naar een meisje: Waarom is die hier?
Ik: Dat weet ik niet jongen.
K: Misschien om die schroef uit haar wang te halen?
(meisje heeft een piercing onder haar rechteroog)

F: Mama, mama, weet ge wat!
Ik: Wat?
F: Ik zei tegen Juno:"Ik wil niet dat ge aan me lekt hoor" En toen zei Juno:"Ijo wehooe doee baaaa""!!!!
Ik:....
F: Allez da lijkt toch op: ik wil dat wel?!

M: mama, gaan we nog eens naar de speelgoedwinkel?
Ik: Nee schat, we hebben daar geen geld voor, alle geld gaat naar het nieuwe huis.
(volgende dag op school)
Juf: Oei Maya de rits van uwe jas is stuk, dan moet uw mama eens een nieuwe kopen.
M: Da gaat niet we zijn arm.

F ( na een paardrijles in de zon): Pff ik zweet nogal van die tok. Ik wou dat er zo van die toks bestonden, die ademen zoals geox. En dan heten die gétox.

F: Wa is da eigenlijk feestboek?

M: Ge gaat waarschijnlijk nee zeggen en ik weet niet waarom ik het nog vraag, maar mag ik cola? (ja dus)

K eet (en schudt) vanille pudding: Kijk mama, dat bibbert zoals borsten!

F (expert ter zake): Nee Kaan, verliefd zijn duurt maar eventjes, daarna wordt het: ik hou van jou.

K zingt: Dos cervezas poep allors!

F: Auw, dat doet wel pijn aan mijn rugge-draad!

M: Pff, ik heb slecht geslapen!
Ik: Hoe komt het?
M: Veel te lang wakker gelegen.
Ik: Hoe lang?
M: Tot ik in slaap viel.

Ik op 23/02/'11 : En welke is de volgende maand Finn?
Finn: april
Ik: nee, het begint met een "m".
Finn: mei!
Maya: Manuari!

M ziet Jean-Luc Dehaene op tv: Kijk mama die man heeft ook zo vlees onder zijn kin als Juno.

F (verontschuldigd zich): Ik ben zo sorry dat ik tranen heb.
F: Voelt Juno het dan niet als ik haar hand afsjak? (we legden net uit dat baby's nog niet weten dat ze handen hebben)

F: Da meisje heeft heel hard tegen mijn knie gestampt! Heel de klas gaat morgen meedoen!
IK: Met wat?
F: We gaan haar in de koekjesspeeltijd een pakske ram geven

M,F en k: (200 keer per dag): Mag ik Juno vasthouden?

M: Weet je wat ik zo leuk vind aan lezen?
Ik: Dat je in een andere wereld zit, dat je ook films met een andere taal kan volgen,...
M: Nee, het geluid van de bladzijden die je omslaat.

M: Ik vind dit verhaal (van het geluidshuis) mooier als het vorige!
Ik: Waarom?
M: Da was zo seksueel.

F: Mag ik ook mijn haringbroek aan?

K zijn piemeltje is ontstoken (ja zeer pijnlijk). We gaan naar de dokter en die heeft het over zijn eikeltje. Thuisgekomen zegt k: Hei zussen ik heb een okkernoot!

F: "haha, ik heb een luchtje gelaten!" K: nee, ge bedoelt een windje;.

F heeft de slappe lach. Ze stopt en vraagt:" Hei moeten jullie mijn lach niet op you tube zetten?" (of de invloed van een 19-jarige tante die komt babysitten)

M: Joepie, terug school dan kan ik weer met mijn vrienden communiceren.

K gaat iets halen in de garage. Hij komt boos terug. K: ik kan er niet aan hoor er staat een hele kudde fietsen voor!

F: Mama, is het vandaag morgen?

K tegen F: En mag ik meedoen of niet?
F: Niet.
K in tranen: Waarom kiest gij ook altijd fout!

Ik kijk het weerbericht. K: Oh nee hè, ik haat Frank de weerman.

F: da zou wel stom zijn hè. Dan gaat ge op vakantie naar een land en dan is daar ineens oorlog.


Vanuit de tuin:
F: Is het goed als ik dan mishandeld was?
M: Ja, ok.
K (in tranen): Ah neen eh, ik wil ook eens mishandeld zijn!

K (tegen een man waarvan het zoontje al vier keer heeft gevraagd of hij tot 23 uur mag opblijven): Die zaagt wel hard hè!

K (tegen de man aan het loket van het zwembad nadat hij ons 10 euro vraagt): Gij wilt zeker rijk worden!

K (wijst): Dit is links en dit is rechts, hè?
ik: Ja.
K: Links is ook een dier, hè?
ik: Ja, een soort wilde kat.
K: Rechts is geen dier, hè?
ik: Nee.
K (denkt even na): Of jawel, een tyranosaurus rechts!

K: Wat betekent ouderwets.
Ik: Dat je meer van de dingen houdt zoals ze vroeger waren.
K: Dan ben ik ouderwets, want ik hou van dino's.

F: Ik hoop dat de baby een jongen is, dan kan K daarmee spelen en laat hij M en mij met rust.

K: Ik ga wel wenen hoor als de baby een meisje is.

F ter hoogte van mijn buik: Hallo babyke!
(ongeveer om de 5 minuten sinds ik zwanger ben)

F (sinds ze weet dat ik zwanger ben en we haar voorzichtig hebben verteld dat het nog vroeg is en er dus ook nog vanalles met de baby kan gebeuren): Mijn mama krijgt een baby, maar die kan wel nog dood gaan hoor!

M (5 j): Ik lust graag snottebellen want die zijn zout en knapperig.

K: Kijk een kwalvis!

K tegen de neef van mijn lief: Ben jij een nerd? (hij heeft een bril op)

F: en die mevrouw die was heel dik!
K: Dikker dan mama?

We zitten in de kunstacademie te wachten tot de tekenles begint. De klok is weg, in de plaats hangt een tv-scherm met nieuws.
F: Das wel lastig dat die klok weg is.
M: Ze konden die klok toch gewoon naast de TV hangen.
Ik: Ja, maar dat ziet er niet zo mooi uit.
M: Zeg mama, niet alles hoeft hier kunst te zijn, hoor!

M(8,5j): Alles kan, alleen lukt het soms niet. Das mijn motto!

F tegen bonnemaman (grootmoeder van mijn lief): Jij bent oud hè. Ga je dan al dood?
(gelukkig heeft bmmn gevoel voor humor)

K (toen 3 j) in de supermarkt tegen een mevrouw met redelijk veel friezelhaar: Mevrouw, ben jij een heks?

K: Mama, de bal ligt weer bij de lesbiennes!
(Wij wonen naast een homo- en lesbienne-café en dat gebruiken we vaak in onze uitleg als we de weg uitleggen.)

F (heeeel boos): Als ik dat nie mag, dan ga ik joepie zeggen als gij dood zijt!

K (heeft geleerd over eenden, ganzen en zwanen): Kijk mama ik heb een zwans gemaakt.

F: Dat is een mooi aandenkertje, hè mama!

M en F spelen een spelletje. F gooit 6 met de dobbelsteen.
M: OOh pietzak!
F: IK BEN GEEN PIZZA!

Aan tafel, we eten croques met ketchup.
F: M, er hangt saus aan uw wang. Zo ken ik u weer.

Op weg naar scoutskamp (weer in de auto) komen we langs Beringen-mijn.
Ik: Kijk schatten, de mijn.
F: Ah ja, dat is waar ze de dode mensen begraven.
Ik: Nee, daar haalden ze vroeger kolen naar boven.
F: Mmmm, cola!

F (7 j): En da meisje da woonde in een apparmanent!'
K (5j en een wijsneus): 'ge bedoelt zeker appartement.'


K (5 j en een taalspons): 'Ik ga dan via die poort'
'Hou op, ik kan me niet concentreren'

M en f vanachter in de auto op weg naar school.
F(6 j): 'mama, ik wil niet dood gaan'
Ik: 'euh'
M (7 j): 'Dat hoeft ook nie, ge moet gewoon een paar kindjes redden.'
Ik: 'hè, wat zegt ge nu?'
M:'Ja zoals, Sinterklaas. Die gaat nooit dood, want die is heilig en dat is omdat die een paar kindjes gered had.'
Ik: 'ah'

M mag zelf een boterham met choco smeren.
M(met heel sappig stemmetje): 'mmmmmm, ik hou van choco, choco is zo lekker smerig.'

We zitten in de auto en het regent.
K: "mama, zet de ruimtevissers eens op"